Op dit moment ligt er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer om de Wgr aan te passen. Een belangrijke wijziging is de introductie van een nieuwe samenwerkingsvorm: de bedijfsvoeringsorganisatie. Deze samenwerkingsvorm heeft rechtspersoonlijkheid en een ongeleed bestuur. De bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidt zich hiermee van het openbaar lichaam (met rechtspersoonlijkheid en een geleed bestuur) en het gemeenschappelijk orgaan (zonder rechtspersoonlijkheid en met ongeleed bestuur). De bedrijfsvoeringsorganisatie kan hierdoor eigen personeel in dienst nemen, opdrachten geven en overeenkomsten sluiten en kent toch een eenvoudige aansturing.
In het concept wetsvoorstel was de gedachte dat de bedrijfsvoeringsorganisatie alleen kon worden ingezet bij een samenwerking op het terrein van PIOFACH-taken (personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, administratie, communicatie en huisvesting) . Het PMG ziet echter mogelijkheden om de bedrijfsvoeringsorganisatie ook in te zetten voor de vormgeving van andere samenwerkingsverbanden, met name als het gaat om uitvoerende taken. Naar aanleiding van het concept-wetsvoorstel hebben we bij de Minister van Binnenlandse Zaken erop aangedrongen dit mogelijk te maken.
Het PMG is dan ook positief dat het definitieve wetsvoorstel het mogelijk maakt ook bepaalde taken in de uitvoering onder het bereik van de bedrijfsvoeringsorganisatie te brengen. Het gaat om taken die naar hun aard geen of weinig bestuurlijke aansturing en controle vragen in de vorm van een samenwerkingsverband met een geleed bestuur. Hierbij kan gedacht worden aan taken waarbij geen beleidsmatige keuzes door de bedrijfsvoeringsorganisatie gemaakt worden, zoals het opleggen van belastingaanslagen en in het invorderen van belastingen, groenvoorziening, afvalinzameling, gemeentereiniging, leerlingenvervoer en het uitvoeren van de Leerplicht.
Zie ook PMG-standpunt mei 2012