Geachte mevrouw Jorritsma-Lebbink,
Op 10 december 2012 hebben wij de discussienota ‘Bouwen op de kracht van gemeenten’ ontvangen. Hierin schetst u een alternatieve strategie voor de kabinetsplannen ten aanzien van de schaal voor de uitvoering van de decentralisaties en vraagt u het PMG om een reactie. In deze brief treft u de zienswijze van het PMG aan.
Samengevat betekent onze zienswijze dat wij waardering hebben voor het voorstel voor een alternatieve strategie van de VNG en voor de consultatie vooraf van de netwerken, zoals het PMG. Een viertal punten willen we expliciteren:
- Pas op voor de cumulatie van risico’s
- Als maatstaf voor presteren is er meer dan “uitvoeringskracht”
- Er zijn meer opties dan de arbeidsmarktregio’s
- Formuleer vooraf met consultatie kwaliteitseisen
Neem inhoud als uitgangspunt
In de VNG-publicatie “Variatie in bestuurskracht”, welke dateert uit 2008, wordt gesteld dat “herindeling noch enige vorm van samenwerking een doel op zich is”. Hieraan wordt toegevoegd dat “het geen nieuw inzicht of frisse bijdrage aan het debat over bestuurlijke inrichting is, maar dat sommige aloude inzichten niet vaak genoeg kunnen worden herhaald”. Ook anno 2013 is deze wijsheid zeer relevant!
Helaas lijkt de filosofie: groter is beter, het devies van het nieuwe kabinet. Schaalnadelen als toenemende interne coördinatiekosten, een grotere afstand van bestuur en organisatie ten opzichte van mensen, bedrijven en maatschappelijke instellingen en bureaucratisering van dienstverlening worden onvoldoende onderkend. Het PMG is dan ook blij dat de VNG het kabinetsvoornemen om de nieuwe taken op het sociale domein alleen te decentraliseren naar gemeenten met tenminste 100.000 inwoners afwijst. Net als de VNG is het PMG van mening dat inhoud het vertrekpunt moet zijn. Wij zijn positief dat de VNG het initiatief heeft genomen een alternatieve strategie te ontwikkelen en hierover het PMG en andere netwerken consulteert. Wij waarderen het zeer als de VNG in een vroegtijdig stadium het PMG raadpleegt of met het platform in gesprek gaat bij de voorbereiding van relevante standpuntbepalingen. Graag zijn we hiervoor beschikbaar.
Het kabinet stelt de bestuurlijke organisatie van Nederland ter discussie. Provincies gaan fuseren, gemeenten worden groter, de WGR+ wordt opgeheven en er worden nieuwe regio’s gevormd. De bestuurlijke organisatie staat en gaat volop in beweging. Tegelijkertijd is sprake van forse bezuinigingen (in het sociale domein). Beweging waarderen middelgrote gemeenten vaak positief, het biedt nieuwe kansen en mogelijkheden voor innovatie. Echter, (de combinatie van) alle inhoudelijke hervormingen die op dit moment in gang worden gezet, brengen grote risico’s met zich mee. Het betreft risico’s van financiële aard en risico’s m.b.t. de continuïteit en kwaliteit van de inhoud. Het veronachtzamen van deze risico’s kan negatieve gevolgen hebben voor gemeenten, het Rijk en het vertrouwen van Nederlanders en organisaties in de overheid. Wij adviseren de VNG daarom de risico’s die het gevolg zijn van de elke afzonderlijke verandering en de optelsom van de veranderingen goed te inventariseren, deze bij het Rijk onder de aandacht te brengen en waar nodig te temporiseren en randvoorwaarden te stellen.
Wij zijn enthousiast dat de VNG in de alternatieve strategie de inhoudelijke resultaten voorop stelt. Wel zijn we van mening dat u kiest voor een ietwat enge benadering door te stellen dat uitvoeringskracht voorop moet staan om de inhoudelijke doelen te kunnen bereiken. Naast uitvoeringskwaliteit zijn ook democratische legitimiteit, de afstand tot de burger, innovatiekracht en efficiency belangrijke punten die moeten worden meegenomen bij de vormgeving van de toekomstige organisatie van het sociale domein.
Organiseer zoveel mogelijk dichtbij mensen
Middelgrote gemeenten hebben een traditie als het gaat om samenwerken. Samenwerking is voor het PMG geen doel maar één van de middelen om de opgaven zo goed mogelijk uit te voeren. Het PMG vindt het van belang zaken dichtbij inwoners te organiseren en mensen centraal te stellen. Hierbij willen we de kracht van mensen en het netwerk om hen heen maximaal benutten. Om dit maatwerk mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat alle gemeenten beleidsmatig en financieel verantwoordelijk blijven voor de te decentraliseren taken.
Wij delen de opvatting van de VNG dat het overgrote deel van de taken lokaal, dichtbij mensen kan worden georganiseerd. Hiertoe behoren naar de mening van het PMG ook zaken in de persoonlijke levenssfeer en zaken die gericht zijn op zeer kwetsbaren. Grote, kleine en middelgrote gemeenten voeren dergelijke taken al decennia lang naar behoren uit. Natuurlijk kunnen gemeenten er zelf voor kiezen taken samen op te pakken. Voor een beperkt aantal opgaven is het aan te bevelen taken verplicht op een bovenlokaal schaalniveau te organiseren. Het gaat dan om taken waarvoor specialistische kennis is vereist of waarvan de aantallen zo klein zijn dat overheadkosten te groot worden. Een belangrijk punt voor het PMG is dat grote risico’s gezamenlijk door gemeenten worden gedragen.
Bepaal de organisatie vanuit inhoud
Het PMG pleit ervoor samenwerking in beginsel van onderaf tot stand te laten komen. Net als op het hogere aggregatieniveau van de schaaldiscussie moet ook hier de inhoud leidend zijn en de structuur volgend. Een goede samenwerking begint bij een positieve keuze. Samenwerkingspartners moeten voor elkaar kiezen omdat ze elkaar vertrouwen, elkaar iets te bieden hebben, elkaar aanvullen of een gemeenschappelijke identiteit hebben. Dit bevordert gemeenschappelijkheid, verbondenheid en verantwoordelijkheid voor het eindresultaat (zowel in snelheid, kwaliteit, als qua draagvlak). Tegelijkertijd is het goed om gemeenten een handvat te geven om het gesprek te starten. Ook hier moet de inhoud leidend blijven. Dit kan door het uitvoeren van een inventarisatie van de regionale opgaven. Op basis van inzicht in de lokale opgave kan per regio een passende organisatievorm worden gekozen. Als de inhoud daadwerkelijk leidend is, kan het voorstel om het gesprek aan te gaan in de arbeidsmarktregio niet meer zijn dan een suggestie. Daar waar vanuit de inhoud of ervaringen met bestaande samenwerkingsvormen (bijvoorbeeld een WGR-regio) van voldoende omvang en volume voor gemeenten meer perspectief bieden, moet die weg ook open blijven staan, zonder dat men gebonden is aan deelname aan verkenning binnen de arbeidsmarktregio's. Dit zou anders contraproductief en vertragend kunnen gaan werken.
Geef ruimte en bewaak kwaliteit
De VNG ziet voor haar zelf een rol weggelegd bij de monitoring en het bewaken van de voortgang. In samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wilt u aan de hand van enkele kwaliteitscriteria toetsen of de gewenste uitvoeringskracht daadwerkelijk door de gemeenten tot stand wordt gebracht. Het PMG vindt het goed dat de VNG deze rol op zich neemt.
Wij achten het van belang dat u bij de controle en bewaking (van de voortgang) en het toetsen van de resultaten niet uitsluitend kijkt naar uitvoeringskracht, maar ook naar criteria als nabijheid, innovatiekracht, efficiency en kwaliteit. Het is wenselijk de precieze kwaliteitseisen vast te stellen in overleg met een vertegenwoordiging van gemeenten.
Mogelijkheden voor bovenlokale differentiatie met maximale beleidsvrijheid zijn gewenst om in te kunnen spelen op lokale en bovenlokale belangen passend bij de identiteit van het gebied en de samenleving. Zorg dat er ruimte is en blijft om te experimenteren en te leren, dat komt de kwaliteit en innovatiekracht ten goede en kan bijdragen aan toekomstige efficiënte uitvoering met zo groot mogelijk draagvlak.
Tot slot
Daar de VNG heeft aangegeven optimaal te willen samenwerken met netwerken zoals het PMG, stellen wij voor de komende periode intensiever met u te gaan samenwerken rond de vormgeving en implementatie van de decentralisaties. Wij zullen hierover op korte termijn contact met u opnemen.
Met vriendelijke groet,
Drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter PMG
Mw. W.C.M. Lissenberg-van Dam, secretaris PMG